19 mei 2020

Zomaar een dag in februari – Floor van Oven

Geschreven door Redactie

Door Floor van Oven

Het is een prachtige zonnige dag. Ik wandel van Grolloo via Kamp Westerbork naar Hooghalen. Als ik in de buurt van het kamp kom hoor ik vaag een stem. Dichterbij gekomen kan ik verstaan wat er wordt gezegd: Levie Wolf, 10 jaar, Rachel Wolf, 1 jaar, Duifje Wolf, 80 jaar. Ik ga op een bankje zitten en luister naar het voorlezen van de 102.00 namen van de in de oorlog omgekomen joden. Na een half uur sta ik op en begeleid door de naam Wolf wandel ik het kamp uit.

 

Als ik thuiskom ligt er een brief op de deurmat uit Noordbergum van de beheerder van het kleine kerkhof waar mijn ouders en broer begraven liggen. Hij vertelt mij dat de grafrechten na vijftig jaar zijn verlopen en met tien jaar kunnen worden verlengd. Ik weet dat ik de enige ben die een paar keer per jaar naar het kerkhof gaat om ze te bezoeken. Ik zit dan een half uurtje bij ze en praat tegen ze, maar een antwoord krijg ik nooit. Verdrietig ga ik dan weer naar huis. Als ik van de verlenging afzie worden de stoffelijke resten bijgezet in een gemeenschappelijk graf. Ik zit met de brief in mijn hand en de tranen stromen over mijn wangen. Wat moet ik nu doen? Was Onno er nog maar, die wist wel raad.

 

Diezelfde avond komt er een mailtje van de oudste kleindochter. ‘Oma, wil je de geschiedenis van de familie opschrijven? Ik wil graag weten hoe het allemaal zit.’ Dit mailtje voelt als een vingerwijzing. Wat ben ik haar dankbaar. Want als ik de familiegeschiedenis ga opschrijven met veel foto’s erbij blijven ze voortleven. Hun namen worden, net als de namen die werden voorgelezen in kamp Westerbork, niet vergeten. Ik kan vertellen wie ze waren, hoe ze hebben geleefd, soms onder heel moeilijke omstandigheden. Er was veel vreugde, maar ook veel verdriet.

Over mijn grootmoeder, die dienstmeisje was in een groot herenhuis. Ze was een mooi meisje en de heer des huizes kon daarom zijn handen niet van haar afhouden, wat ze verschrikkelijk vond. Op een dag, toen ze het voorbalkon stond te soppen, heeft ze de emmer met het vuile sop over hem heen gegooid. Ze stond meteen op straat, zonder geld en getuigschrift. Ze was de #MeToo-beweging meer dan een eeuw vooruit.

 

Over de Spaanse Griep, waardoor mijn vader zijn moeder al jong verloor. Ook mijn moeder verloor twee broertjes, op dezelfde dag. Wat moet dat een verdriet zijn geweest. Ondanks verdriet en tegenslagen waren het fijne gezinnen. Ik heb prachtige herinneringen aan mijn grootouders.

Hoe anders was dat bij Onno. Daar heeft de oorlog sporen nagelaten. Zijn joodse grootvader was na vijf jaar onderduik de weg volkomen kwijt. Zijn vader zat twee jaar als dwangarbeider in Duitsland. Nooit mocht erover worden gepraat. De oorlog was een gesloten boek. De oorlog heeft een stempel op Onno’s jeugd gedrukt. Toch was er in alle gezinnen de veerkracht om ondanks tegenslagen en verdriet de draad weer op te pakken.

 

Ik ben mijn kleindochter zo dankbaar voor het duwtje in de rug. En zo is er in het coronatijdperk een prachtig boek verschenen, vol met verhalen en foto’s, in een oplage van zeven, voor vijf kleinkinderen en twee dochters.

 

(foto: boom in Tyntesfield Park, Bristol)

Gerelateerd