2 maart 2020

Wegen van leven; soms is vergeven bovenmenselijk

Geschreven door Redactie
Inspiratie Foto: John Englart Wegen van leven; soms is vergeven bovenmenselijk

Geschreven door ds. Lense Lijzen.

De veertigdagentijd is de tijd in het kerkelijk jaar dat wij het leven van Jezus beleven als een reis naar de dood en naar nieuw leven. Beide mogelijkheden zitten in ons, aan ons om te kiezen. Of, in de woorden van Mozes: ‘het leven en de dood bied ik u. Kies dan het leven!’ Hoe gaat voor ons de weg naar het leven?

Het is een gevleugelde uitspraak van Mozes, Kies dan het leven. In een Joods-Nederlandse vertaling van zo’n 50 jaar geleden staat er Kies dus het leven. Waarmee de onontkoombaarheid van de keuze nog eens onderstreept wordt. Leven is de –bijbelse- richting die wij gevraagd worden te gaan en de meeste mensen die zullen die ook gaan als het maar enigszins mogelijk is. Zozeer zit de wil om te leven in ons. Maar er zijn verschuivingen waar het om de keuze gaat, waar het gaat om leven tegen elke prijs. Wie het politiek-maatschappelijk debat volgt, merkt dat we in vaarwater zitten dat verschillende kanten uitgaat. Grenzen verschuiven en we worden –gewild of niet- gevraagd om oude en nieuwe inzichten over de zin én de lengte van ’t menselijk leven te overwegen. Die beweging is niet verkeerd zolang je vrij blijft om er het jouwe van te denken. En je niet automatisch een kant hoeft op te gaan die de schijnbaar juiste want meest liberale richting is.

Leven en niet-leven

Nu, aan het begin van de veertigdagentijd, zou ik dit laatste thema graag even laten rusten. Juist in de tijd voor Pasen is het goed om afstand te nemen van vanzelfsprekendheden en het ‘overwegen’ toe te laten. Maar of mij dat lukt? Is er gewoon niet teveel dat je bezighoudt en om een antwoord vraagt? Laat ik toch maar aankaarten wat me de afgelopen dagen bezig heeft gehouden wanneer het gaat om de weg van leven en niet-leven.

Vorige week las ik het boek ‘De zonnebloem’ van Simon Wiesenthal (1908-2005), tegen zijn zin bekend als ‘de nazi-jager’. Voor velen een bekende naam maar studenten moest ik wel uitleggen wie hij was. Wiesenthal beschrijft hoe hij als kampgevangene in Oost-Polen aan het sterfbed van een jonge SS’er wordt geroepen. Deze Duitser (gezicht in het verband) ziet hem als de vertrouweling die hij in zijn laatste uur nodig heeft. Hij vertelt zijn levensverhaal, ook over de grote misdaad  tegen joden die hem dwarszit. Een aantal keren wil Wiesenthal weglopen maar doet dat niet. Tot hij de vraag krijgt of hij de SS’er zijn misdaden wil vergeven. Het wordt het grootste dilemma van zijn leven. Wiesenthal kan het niet. Wie is hij om uit naam van allen de ene die berouw toont (daar twijfelt hij niet aan) te vergeven? Terwijl ook zijn eigen leven aan een zijden draadje hangt. En zo wandelt hij de ziekenkamer uit.

Wat zou ik gedaan hebben?

Deze gebeurtenis is hem altijd bijgebleven. En aan het eind van zijn verhaal nodigt hij de lezer uit om in zijn plaats te vragen ‘wat zou ik gedaan hebben?’ Het is een extreem verhaal, maar heel duidelijk  wordt dat vergeven niet zomaar iets is. Het is niet gelijk aan het maken van excuses en denken dat voor de ander en voor jou de weg in het leven dan weer gewoon vrij is.  Op weg naar Pasen zal dit verhaal met me meetrekken. Vergeven kan leven teruggeven, maar blijkbaar ook het (bijna) bovenmenselijke vragen.

 

Lense Lijzen

Lense is predikant in Groningen

Gerelateerd