27 oktober 2016

Over de toekomst, een hoopvol gedicht – Een avond bij de kring Assen-Rolde

Geschreven door Geert van den Hul

Wim Elting

De remonstrantse kring Assen-Rolde kwam op dinsdag 27 september voor het eerst in het winterseizoen 2016/2017 bijeen. We werden hartelijk ontvangen door Hans Kleve in zijn mooie appartement in Rolde.

Het onderwerp van bespreking was gekozen op voorstel van ds. Lense Lijzen, die ook de bijeenkomst leidde. Het betrof het zesde en laatste Goddeeltje Toekomst, geschreven door Christa Anbeek, bijzonder hoogleraar remonstrantse theologie aan het Remonstrants Seminarium (Vrije Universiteit) in Amsterdam. De zes Goddeeltjes gaan over de nieuwe Remonstrantse Geloofsbelijdenis van 2006. Elk boekje beschrijft een deel van die belijdenis. Het gedeelte waar het in de Toekomst over gaat volgt hier nu:

Want wij geloven in de toekomst van God en wereld,                                                                              

in een goddelijk geduld dat tijd schenkt                                                                                                    

om te leven en te sterven en om op te staan,                                                                                                  

in het koninkrijk dat is en komen zal,                                                                                                            

waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen.                                                                                                                                                                                                                                                                          

Het boekje gaat uitvoerig in op dit laatste deel van de belijdenis en geeft aan dat het ingewikkeld blijft om over de tijd en de toekomst na te denken. Dat merkten we ook in onze bespreking. We hadden het over hoe te leven, over hoe je tegen de eindigheid van het leven aankijkt, over het hiernamaals, over ziekte, over verlies van gezondheid en over het verlies van een partner en hoe je daarmee omgaat. Het ging ook over wat het leven aan waardevols geboden heeft en dat je daarvoor dankbaar kunt zijn. Voor de meesten van ons gaat het er vooral om met het heden bezig te zijn. Het moet in dit leven gebeuren. Goed te leven, met aandacht en betrokkenheid voor de naaste, vooral bij narigheid.

Lense Lijzen had een aantal vragen ter overdenking aan ons gegeven. Een van die vragen was: ’Heb je een tekst of lied die/dat voor jou hoop uitdrukt? Wil je die/dat voorlezen of laten horen?’ Ik had een gedicht meegenomen van de dichteres Co ’t Hart* dat bovenaan in haar overlijdensadvertentie stond in Trouw in juli 2015. Ik vind het een treffend gedicht dat aansluit op het genoemde gedeelte van de belijdenis. Na het voorlezen voelden de deelnemers aan de bijeenkomst zich erdoor aangesproken en ze wilden graag een kopie. Om hen en ook andere gemeenteleden er kennis van te laten nemen volgt hier het gedicht:

Ik heb een zingend hart gekregen,                                                                                                        

ik geef mijn vreugde aan u door                                                                                                                   

en als u, door veel pijn en zorgen,                                                                                                                

uw zekerheid en hoop verloor,                                                                                                               

geef mij uw hand, ik ken die uren,

de vragen, die zo bitter zijn,

maar altijd bleef ik toch vertrouwen

op woorden, die voor eeuwig zijn.

Ik heb een zingend hart gekregen,                                                                                                                  

ik geef mijn vreugde aan u door                                                                                                                  

omdat ik al wat mij benauwde                                                                                                                        

eens aan de voet van ’t Kruis verloor.                                                                                                        

Geef mij uw hand. Wij mogen verder,                                                                                                            

gaan niet verloren in de tijd,                                                                                                                             

maar overschrijden alle grenzen                                                                                                                              

om God te zien in eeuwigheid.

                                                                                                                                                                

Voor mij is dit een hoopvol gedicht, ook wat betreft de toekomst. Wat mij treft is dat een mens vreugde kan ervaren in het leven, dat er pijn en zorgen zijn, maar dat er de naaste is die een hand aanreikt om de bittere vragen en verloren zekerheid en hoop te doorstaan. Maar om toch het vertrouwen op de toekomst te houden, op woorden die voor eeuwig zijn. In het tweede couplet is er aan de voet van het Kruis de verlossing van alles wat benauwde. Er wordt opnieuw een hand aangereikt om verder te gaan, niet weg uit de tijd, maar grensoverschrijdend naar God in de eeuwigheid. Dit komt overeen met de laatste regels van de belijdenistekst waar ook het koninkrijk dat is en komen zal wordt genoemd en God voor eeuwig zijn zal.

*Volgens het Nederlands Dagblad had Co ’t Hart met name in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw veel lezers. Ze wordt gerekend tot de ‘pastorale dichters’ vanwege haar eenvoudige, troostende stijl.

Gerelateerd