22 juni 2020

Column: Waalse bonen

Geschreven door Redactie

door Dirk Zijlstra

2020 is het 100ste geboortejaar van mijn vader. Hij, Eeuwe Zijlstra, is geboren op 26 april 1920 in het dorpje Pieterzijl. In zijn jeugd woonde hij in Grijpskerk aan de Westerhorn. Ik was een van zijn zes kinderen, de vierde zoon. Samen met mijn oudste broer Bauke en met inbreng van de andere broers en zus hebben we een biografie over hem samengesteld. Een van de herinneringen die daarin opgetekend is gaat over de Waalse bonen.

     We woonden in Slochteren in een nieuwbouwhuis aan de K. ter Laanstraat. Ik was 6 jaar oud toen we daarheen verhuisden. Ik vond het een mooie tijd daar in Slochteren. We konden er prachtig spelen en de mensen waren aardig. De school waar we naar toe gingen was anders dan de vorige school. Er was meer aandacht voor de kinderen, vorming was belangrijk. Dat was ik niet gewend, maar ik weet nog dat ik me daar heel goed bij voelde. Het was daar net alsof de zon altijd scheen.

Mijn vader had een tuin achter ons huis. Hij verbouwde daar aardappelen, diverse groenten, bloemen en ook Waalse bonen.

De Waalse bonen worden ook wel tuinbonen genoemd. Mijn vader verbouwde deze Waalse bonen omdat hij dat een prachtig gewas vond. En dat is het ook. De plant kan wel ruim 1 meter hoog worden. Voordat er peulen gevormd worden, zijn er bloemen in trosjes en dat geeft een heel  mooi gezicht. De bonen die er uiteindelijk worden geoogst komen uit de peulen en zijn ongeveer 2 centimeter groot en plat en groenig van kleur. De oogst is in het najaar.

De oogst van mijn vader was goed. Eerst werden de peulen geplukt en daarna achter het huis haalden we de bonen uit de peulen. Dat was een heel gezellig gezinsgebeuren. Iedereen was vrolijk. De volgende dag gingen deze bonen in de pan en bij het middageten werden deze door onze moeder op tafel gezet. Het beloofde veel, echter het werd geen groot succes. De geur was niet fijn toen de deksel van de pan werd gehaald.  Ik vond het niet lekker en zag dat mijn broers er net zo over dachten. Maar het was de gewoonte dat je je eten wel moest nuttigen. Mijn vader nam een eerste hap en trok een raar gezicht en zei: “Dat is ja net vergif.” De opluchting was groot en samen hebben we er toen om gelachen. We hebben nooit meer Waalse bonen gehad.

 

 

 

Gerelateerd