15 april 2020

Column door Marieke de Jong

Geschreven door Redactie

Geschreven door Marieke de Jong

Mijn oma van moederskant, naar wie ik vernoemd ben, kwam uit een groot boerengezin in de Drentse Veenkoloniën. In 1917 was er een dochtertje geboren, Antje, dat een jaar later overleed aan de Spaanse Griep. Toen in 1919 mijn oma geboren werd, werd ook zij Antje genoemd. Als kind vond ik dat onbegrijpelijk.

 

En nu, met de coronacrisis, moest ik hier ineens weer aan denken. Hoe kun je nu een nieuw kind dezelfde naam geven als een eerder overleden kind? Alsof dat eerste kind niet bestaan heeft, uitgewist en vergeten moest worden. Dat druist toch tegen al je gevoel in? Maar mijn oma zei: zo gingen die dingen toen. Opstaan en weer doorgaan.

 

Ik vond het antwoord op deze vraag in het boek Het huis vol van Anita Terpstra. Hierin wordt beschreven hoe het vroeger ging met het geven van namen. Er werd vernoemd volgens strikte regels, een eigen keuze maken was er niet bij. En als er een kind overleed, moest een volgend kind weer dezelfde naam krijgen. Wanneer je dit niet naleefde gaf dat wrijving binnen de familie, en soms zelfs uitsluiting. Een ernstige consequentie, aangezien familie als belangrijkste sociale netwerk en vangnet onmisbaar was.

 

Dit boek geeft een mooi inkijkje hoe het was om op te groeien in een groot gezin, maar heeft voor mij extra waarde, omdat een van de twee in het boek beschreven gezinnen dat van mijn schoonvader is. Heel bijzonder om via deze weg ook deze kant van hem en zijn familie te leren kennen, zeker nu familiebijeenkomsten voor langere tijd niet mogelijk zijn. En je leest er ook weer de woorden van mijn oma in terug. Er was geen ruimte voor emotie of reflectie, je kon maar beter berusten in wat God, of het lot, op je pad bracht.

Daarin zie je het verschil met de huidige situatie: we wanen ons in een maakbare wereld, waarin we alles onder controle hebben. En dan blijkt dit ineens een illusie en moeten we deze gedachte loslaten. Misschien helpt het ons weer te aanvaarden wat vroeger vanzelfsprekend was: dat sommige dingen gewoon gebeuren, zonder dat we daar invloed op hebben. In de woorden van de Romeinse filosoof Epictetus: Geef me de moed te accepteren wat niet in mijn vermogen ligt, de kracht om alles te doen wat in mijn vermogen ligt, en de wijsheid tussen die twee onderscheid te maken.

Gerelateerd